Tweedaagse 2017: tussen Samber en Maas

Half oktober, tijd dus voor onze tweedaagse.

Zoals gewoonlijk zijn alle deelnemers tijdig op het Gemeenteplein.  Gerda en Claudine hadden wel wat stress op de weg, maar ook zij geraken er nog net op tijd.
De bus kan dus op schema vertrekken richting Dinant en die kant uit loopt het verkeer ook vlot.
We komen dus net op het openingsuur aan bij Patisserie Pierson in Courrière.  Hier wacht ons een lekker uitgebreid ontbijt om de dag goed te starten.
  

Van daaruit gaat het richting Achène voor een bezoek aan Alvenat waar ze koolzaadolie maken.
Hier komen we iets te vroeg aan, de dame des huizes is nog alles aan het klaarzetten, maar we mogen direct binnen plaats nemen. 
Na even wachten, komt haar echtgenoot aan (blijkbaar een grote fan van Colruyt). 
   
  
Hij geeft ons een deskundige uitleg over de gezonde effecten van koolzaadolie (bevat een zeer goede verhouding omega 3 / omega 6 vetzuren)
en legt haarfijn uit wat het verschil is tussen de industriële extractie en het ambachtelijk koud persen van de olie. 
Wat overblijft na het koud persen blijkt ook nog eens supergezond dierenvoeder te zijn (vlees met het label ‘Arden beaf’).
We krijgen ook wat info over de vele producten die hier gemaakt worden op basis van koolzaadolie.

Dan geeft hij ons een korte rondleiding.  We zien de stockage, vangen een glimp op van de productie en verpakkingsafdeling en
mogen een kijkje nemen bij de pers, die voor ons vandaag speciaal in werking is. 
  
Geen foto’s van de pers aub, het is een eigen aangepast ontwerp en dus beroepsgeheim.  De berg most die overblijft mag wel op de gevoelige plaat. 

Na de rondleiding mogen we proeven het volledig assortiment sausjes, vinaigrettes, olies en zelfs choco, gelukkig met wat brood bij.
  
Blijkbaar valt één en ander wel in de smaak, want er wordt zoveel verkocht dat de dame des huizes een de kluts kwijt is en de juiste prijzen niet meer kent. 
Dit wordt wel snel en met de glimlach rechtgezet.

We stappen terug op de bus voor een verre verplaatsing van ... 800 meter naar Bister.
Ook hier komen we nog iets te vroeg aan, maar een vriendelijke dame die onze gids blijkt te zijn, nodigt ons uit om alvast plaats te nemen en begint al snel aan haar uitleg.

We leren heel wat bij over de geschiedenis van dit familiebedrijf en over mosterd zelf. Wist je bv hoe je het verschil ziet tussen een mosterdveld en een koolzaadveld? 
Mosterdplanten zijn niet allemaal even hoog, koolzaad blijkbaar wel. 
    
   
   
We leren ook dat er 3 soorten mosterd gebruikt worden in Bistermosterd, wat het verschil is tussen de bereiding van mosterd à l’ancienne
en gladde mosterd en waarom deze moet afkoelen na de bereiding. 
We mogen nog proeven van de vele soorten mosterd, sausjes, pickles uitjes en augurken uit het assortiment en een piepklein glaasje Bistrieuse
   
  
(het bier dat speciaal gebrouwen werd om te passen bij de de Bister mosterd) voor we een kijkje nemen in de fabriek, waar een aantal zaken geautomatiseerd werden,
maar blijkbaar toch ook nog met de hand uitgevoerd wordt.

   
  
  
Terug in de zaal kunnen we nog wat rondkuieren in het museumpje / winkeltje, wordt er uiteraard ook één en ander gekocht en krijgen we allemaal een kadootje (Bister producten uiteraard).
  
  
  

Ondertussen hebben de mensen van Bister voor ons een heerlijke charcuterieschotel klaargezet
en een aantal deelnemers besluit om deze door te spoelen met een Bistrieuse van normaal formaat.

Tijd om naar het volgend adres te rijden. 
Dankzij het deskundig advies van Dirk, geraakt de bus door alle smalle baantjes zonder brokken bij de struisvogelboerderij ‘Du Pont d’Amour’.  
  
  

Tegen onze gewoonte ins, zijn we nog altijd voor op schema.
We moeten even wachten, want de eigenares, die ons zal rondleiden, is nog bezig in de versnijdingszaal.  
Het is wel de moeite om event geduld te hebben, want haar uitleg is super interessant.
Zo komen we te weten dat er struisvogels zijn die tot tot 3,10 m groot worden.  Dat ze in hun lichaam 3 verschilende soorten beenderen hebben.
Dat ze best in groepjes van 4 leven, dat 1 vrouwtje baas is en het mannetje en de andere vrouwtjes kiest.
Dat een struisvogelei beresterk is, dat de baby struisjes een heel sterke nek hebben omdat ze daarmee de schaal breken
als ze geboren worden en dat een struisvogelei even groot is al 24 kippe-eieren (volgens de poster aan de muur zelfs 30)
En ze toont ons ook hoe je door belichten van het ei kan zien of het bevrucht is of niet.
  
  
  

Papa struisje, is blijkbaar ‘zeer goed geschapen’ en 6 maanden op het jaar ‘paraat’. 
Het is wel het alfavrouwtje dat aangeeft waar hij het nest moet bouwen en hij moet ook voor de eieren zorgen en het nest verdedigen.
Er zitten zo’n 200 struisvogels in de kwekerij en ook nog wat Nandoes en Emoes. 
Al bij al is het een stevige wandeling voor we het domein rond zijn, gelukkig is het prachtig weer.
  
  
  
Onderweg zien we nog een papa struisje die event een demo geeft van hoe hij het nest beschermt. 
  
Dan passeren we nog even langs de kleintjes.  De jongen en de eieren bevinden zich binnen (de struisvogen is dan ook afkomstig uit het warme Afrika). 
  
De volwassen dieren zijn wel sterk genoeg om heel jaar door buiten te blijven.  
We krijgen ook nog een glimp te zien van de plaats waar de dieren geslacht en versneden worden. 
We leren dat alle benut wordt van vlees, eieren, leer, tot pluimen en beenderen en we mogen nog eens testen hoe sterk de eieren wel zijn, door erop te lopen.
  

Net als we terug naar de parking gaan, komt daar een ijskarretje aan. 
Enkele mensen kunnen niet aan de verleiding weerstaan en genieten nog snel van een ijsje voor we vertrekken naar Warnant.

Hier zijn we voor een bezoekje aan de slakkenkwekerij. 
We worden ontvangen door een super grappige West-Vlaming die ooit vanwege de liefde is blijven plakken in de regio van Dinant.
We komen te weten wat het verschil is tussen een escargot de Bourgogne (heeft een crème dekseltje om zijn huisje af te sluiten)
en de Petit Gris die ze hier kweken (die zijn huisje afsluit met een zwart dekseltje). 
  
  
  
Dat je kan zien dat een slakje volwassen is als het huisje een rand heeft zoals de klep van een petje. 
Dat ze een winterslaap houden en dat de taaie dingen die we soms te eten krijgen eigenlijk geen escargots zijn,
maar de grotere Aziatische variant die in stukjes gesneden wordt om deze met veel winst te verkopen in schelpjes van andere slakken. 
We leren ook dat het diertjes zijn met een enorm uithoudingsvermogen, gezien de paring op zich 10h duurt en ook het eitjes leggen zoveel tijd in beslag neemt. 
Die diertjes moeten wel vaak een ‘stijve nek’ hebben, want zowel het paren als het eitjes leggen gebeurt aan de zijkant van de nek.
We krijgen nog de eitjes en kleine slakjes te zien en dan mogen we een kijkje nemen in de kwekerij waar de slakken volgens hun leeftijd verhuisd worden
van de ene bak naar de andere.   Om te vermijden dat de slakjes uit de bakken kruipen, wordt de rand ingesmeerd met bruine zeep.

   
  
  

We leren ook nog dat we enkel het voetje opeten dat slechts 6 gr weegt. 
Tijdens proeverij als afsluiter van het bezoek, hebben we ondervonden dat de Petit Gris wel heel lekker is.
  

Van de slakkenkwekerij zijn we snel aan het hotel. 
Het inchecken gebeurt vlotjes en als snel zoekt iedereen wat verfrissing. 
Sommigen in het zwembad, anderen hebben verkiezen het vocht dat beschikbaar is in de bar.

Rond 20h steken we dan de straat over om daar in het restaurant de dag af te sluiten met een lekkere Fondue Bourguignonne.

Na een verkwikkende nachtrust en een stevig ontbijt vertrekken we dan naar Patisserie Jacobs in Dinant waar de bekende Couques de Dinant gemaakt worden.
De bakker neemt ons mee in het oude familie atelier en vertelt ons dat de couques gemaakt worden met enkel bloem en honing en vooral veel hard werk. 
  
   
  
Dat het niet de bedoeling om er je tanden op te breken, maar dat het eigenlijk ‘confiserie’ is: je moet er stukjes afbreken en die langzaam opsabbelen, zoals een snoepje.
  

Dan gaat het richting Citadel van Namur. 
  
  
    
Bij La Reine Blanche verwachten ze ons voor het middagmaal. 
Paté, stoofvlees op zijn Naams en een stuk appeltaart.  Lekker, maar wat veel.  Gelukkig zijn er voldoende regionale biertjes om alles door te spoelen.

Om 14h15 kunnen we dan met een lichte vertraging aankloppen bij de buren voor een bezoekje aan Parfumerie Delforge. 
   
   
  
  
Tijdens deze geurige rondleiding, komen we te weten hoe parfums tot stand komen en moeten rijpen als goede wijn.
 

Door het goede weer is er veel volk op de Citadel, waardoor de bus niet kan parkeren rechtover de parfumerie. 
Na even navragen, komen we ook te weten dat het treintje wel rijdt, maar enkel op de citadel zelf, dus niet naar de parking boven of niet naar het centrum beneden.
Dus blijft er de keuze: eens stevige klim tot aan de bus of een wandeling naar beneden tot aan de brouwerij waar ons volgende bezoek doorgaat.
We kiezen voor het laatste, in de hoop dat de zwaartekracht een handje zal toesteken, doch dit blijkt wat tegen te vallen. 
De vele trappen en het warme weer maken dat het toch een zware tocht wordt voor veel mensen.
  
  

Gelukkig bevindt de Brasserie de l'Echasse zich in een oude kelder onder de citadel en is het er lekker fris. 
Een plezante gids vertelt ons hoe 4 vrienden ertoe gekomen zijn om de handen in mekaar te slaan om hier de La Houppe te brouwen.
  
  
  
Op het einde van de rondleiding kunnen we ook een La Houppe proeven.

De terugrit naar Buizingen verloopt vlot en mooi op tijd kunnen we naar Van Hoo om de avond af te ronden met een lekkere vol au vent en chocomousse. 
Jammer genoeg zijn sommige mensen te afgepeigerd door de laatste wandeling en moeten ze afhaken.
Volgend jaar plannen we onze tweedaagse op vlakker terrein, beloofd!